Early Warning Functionaliteit

Inleiding

RWS verbetert het assetmanagement om de netwerken kwantitatief en kwalitatief hoogwaardig te kunnen blijven beheren en onderhouden, zodat gebruikers er nu en in de toekomst veilig gebruik van kunnen blijven maken. RWS wil dit vakkundig en voorspelbaar doen. 

Datagedreven assetmanagement helpt in deze opgave. Méér datagedreven werken betekent in het assetmanagement gebruik maken van nieuwe IV-technieken1 en nieuwe databronnen2 waarmee sturing mogelijk is met een scherper zicht op prestaties, gebruik en conditie. Hiermee krijgen RWS en marktpartijen in de assetmanagement-keten de beschikking over nu nog niet beschikbare en meer actuele data over prestaties, gebruik en conditie van de assets. De Early Warning Functionaliteit (EWF) is één van deze IV-producten.

De Early Warning Functionaliteit (EWF) is ontwikkeld als onderdeel van het DGAM object dashboard en is een ondersteunend IV-product in het assetmanagement van complexe objecten van RWS, zoals tunnels, sluizen, gemalen, beweegbare bruggen, etc

Early Warning Functionaliteit (EWF)

De Early Warning Functionaliteit is een geïntegreerde functie in het DGAM object dashboard.  De EWF is ontwikkeld om afwijkend gedrag/meetgegevens (t.o.v. normaal gebruik) van zogenaamde storing voorspellende grootheden (SVG's) te detecteren en te signaleren.  Deze signalering kan op alle decompositie niveaus worden toegepast, van complex tot lagere niveaus zoals kritieke elementen/bouwdelen/componenten. 

De informatiebehoefte op bouwdeel/componenten niveau wordt opgehaald in Deep Dives. Deze zijn onderdeel van fase II (Analyse fase) van het 4-fasen plan (bijlage 2). In de Deep Dive, wordt bepaald wat de indicaties en SVG’s zijn voor mogelijk falen van elementen, bouwdelen of componenten. 

Voorbeeld:

De temperatuur van een lager in een aandrijfmotor gemeten via sensoren.  Verdere details over het DGAM object dashboard zijn beschikbaar in het DGAM object dashboarddocument, terwijl informatie over SVG en het proces van hun totstandkoming, inclusief drempelwaarden, te vinden is in het Deep Dive-(werkwijze)document.

Door het ‘normaal gedrag’ te monitoren van elementen/bouwdelen/componenten en het signaleren van afwijkingen door gebruik te maken van drempelwaarden, genereert de EWF vroegtijdige signaleringen op verschillende urgente niveaus. Deze signaleringen zijn aanleiding om actie te ondernemen, waardoor preventieve of (gepland) correctieve maatregelen genomen kunnen worden om storingen te voorkomen. 

De Early Warning wordt door middel van een vooraf ingestelde methode zoals SMS en/of e-mail verstuurd naar de actiehouder voor dit type event, naast de reguliere melding in het dashboard.  Als storingen (meer) voorkomen kunnen worden, ervaren gebruikers minder hinder, is het mogelijk om gevolg schades te voorkomen, kan de serviceprovider onderhoud beter plannen en kunnen de functionaliteiten van het object worden gehandhaafd.

Typen Early Warning events 

Het DGAM dashboard kent vier typen Early Warning events. De verschillende type events geven een bepaalde mate van urgentie en geven een bepaalde prioriteit voor actie afhankelijk van deze urgentie. De EW events kunnen gekoppeld worden aan het component, bouwdeel, element of meetbare functies/prestatie-indicator van het complex:

1. Informatief: De waarde begint af te wijken van normaal. Een eerste informatieve drempelwaarde wordt overschreven. Er komt een melding wanneer de afwijking buiten de vooraf ingestelde drempelwaarden gaat. Er hoeft nog geen actie te worden ondernomen. Het is wel belangrijk om deze waarde te blijven monitoren.
2. Waarschuwing: De waarde overschrijdt de tweede drempelwaarde en wijkt meer af van de initiële ‘normaallijn’. Er komt een melding wanneer de afwijking buiten de vooraf ingestelde drempelwaarden gaat. Er moet gestart worden met zoeken naar de oorzaak van deze afwijking. Indien nodig wordt een geplande maatregel genomen om falen te voorkomen.
3. Dreigend functieverlies: De waarde in het dashboard wijkt steeds verder af van de ‘normaallijn’ en vormt grotere kans op falen. Er komt een melding wanneer de afwijking buiten de vooraf ingestelde drempelwaarden gaat en er is direct actie noodzakelijk. Er moet een correctieve maatregel worden genomen om falen te voorkomen.
4. Functieverlies (storing): Er is functieverlies opgetreden. Er is daadwerkelijke een storing waarbij de drempelwaarde dusdanig afwijkt dat het gemonitorde deel bewezen faalt. Het overschrijden van een drempelwaarde kan gepaard gaan met een alarm welke door SCADA wordt gegenereerd, welke functieverlies vaststelt. Er is direct actie nodig om de storing op te lossen. Hierbij moet het storingen proces gevolgd worden en kan de informatie van de early warning en de informatie op het dashboard gebruikt worden om de storing snel en efficiënt op te lossen.
5.  
6. Onderstaand figuur geeft een schematische weergave van de verschillende typen event en de daarbij horende drempelwaarden.